Nu onze economie steeds meer draaiende wordt gehouden door de flexmarkt, zullen jullie als werkzoekenden steeds vaker te maken krijgen met de contractvorm: uitzendovereenkomst. Hoog tijd om eens na te gaan wat de verschillen zijn met een reguliere arbeidsovereenkomst. Hoe werkt een uitzendovereenkomst precies? Wat zijn jouw rechten en wanneer kan je hier beroep op doen? Want weet jij wat een uitzendbeding of het fasensysteem precies inhoudt? Door goed op de hoogte te zijn van alle ins & outs, zorg je dat je ook in 2024 helemaal ready bent om de arbeidsmarkt te veroveren.
Anders dan bij een normale arbeidsovereenkomst, zijn bij een uitzendovereenkomst niet twee, maar drie partijen betrokken. Jij als werknemer, de arbeidsbemiddelaar (of uitzendbureau of detacheerder) en de opdrachtgever. Dit wordt ook wel de uitzenddriehoeksverhouding genoemd. Hoe werkt een uitzendovereenkomst tussen deze partijen? De opdrachtgever geeft de opdracht van werk aan de arbeidsbemiddelaar en de arbeidsbemiddelaar neemt jou in dienst. Duizelt het je al? Dit is hoe de love triangle in elkaar steekt.
Wat is een uitzendbeding? Een uitzendbeding houdt simpelweg in dat als er geen werk meer is de overeenkomst wordt beëindigd. Flexwerk heet natuurlijk niet voor niets zo. Jij als werknemer hebt de vrijheid om te werken wanneer je wilt en de werkgever huurt jou in bij tijdelijke drukte of een eenmalige klus. Is het werk klaar dan stopt de uitzendovereenkomst en hiermee ook je de doorbetaling van je loon. No cure no pay. Ook als jij je ziekmeldt eindigt de uitzendovereenkomst. Als jij beter bent kan er weer een nieuw contract gemaakt worden. In een uitzendovereenkomst kan wel of geen uitzendbeding zijn opgenomen. In jouw uitzendovereenkomst staat altijd vermeldt of er wel of geen uitzendbeding in is opgenomen.
Als flexwerker heb je te maken met het fasensysteem. In het fasensysteem is sprake van opbouw van jouw rechtspositie. Hoe langer je als flexwerker werkzaam bent hoe meer rechten je verwerft. Om het makkelijk te maken (NOT!) onderscheidt de ene cao (ABU) 3 fases genaamd fase A, fase B en fase C. De andere cao noemt het fase 1, 2, 3 en 4 (NBBU). Sinds 2019 zijn de twee cao’s verenigd en is er inhoudelijk geen verschil meer. Toch blijven de termen fase 1 en 2 en fase A naast elkaar bestaan. Lekker op zijn Hollands ingewikkeld dus. Maar no worries, hier alles wat je moet weten op een rijtje. Wij houden in dit artikel fase 1/2, 3 en 4 aan.
Als jij als flexwerker begint met werken via een arbeidsbemiddelaar start je in fase 1 en 2. Deze fase duurt 78 weken, oftewel 1,5 jaar. Het gaat om gewerkte weken dus werk je een weekje niet dan telt deze niet mee voor de opbouw. Het aantal uren dat je werkt is niet belangrijk. In deze fase kan je voor een onbeperkt aantal werkgevers aan de slag en kan je zoveel uitzendovereenkomsten aan gaan als daar voor nodig is.
Wanneer je 26 aaneengesloten weken (6 maanden) niet hebt gewerkt of voor een andere arbeidsbemiddelaar bent gaan werken, dan begint de telling van 78 gewerkte weken opnieuw. Let op! Behalve als je gaat werken voor een andere arbeidsbemiddelaar, maar voor dezelfde opdrachtgever, dan loopt de telling gewoon door. Dit wordt opvolgend werkgeverschap genoemd. In fase 1 en 2 wordt meestal een uitzendbeding opgenomen in je contract. Behalve als de arbeidsbemiddelaar en werknemer samen anders overeenkomen. De flexibiliteit werkt twee kanten op. Zowel jij als de arbeidsbemiddelaar hebben slechts één werkdag opzegtermijn.
Na fase 1 en 2 gaat fase 3 van start. Je krijgt nu een uitzendovereenkomst voor bepaalde tijd. Dit houdt in dat je contract een vooraf bepaalde start- en einddatum heeft. In deze uitzendovereenkomst mag geen uitzendbeding meer zijn opgenomen. Er kunnen maximaal zes bepaalde tijd contracten worden overeengekomen in een periode van vier jaar. Mocht het werk bij de opdrachtgever stoppen, terwijl je contract nog loopt, dan moet de arbeidsbemiddelaar voor jou passend werk zoeken. Totdat dit is gelukt heb je recht op doorbetaling van 100% van je laatst verdiende loon. Van passend vervangend werk is sprake als het om een functie gaat die niet meer dan twee functiegroepen lager ligt dan de eerste functie die je hebt uitgevoerd. Het aantal uren dat je werkt in die nieuwe opdracht (per week, maand of periode) moet gelijk zijn aan het aantal overeengekomen uren die in je huidige uitzendovereenkomst staan. Als de arbeidsbemiddelaar passend werk voor je gevonden heeft en dit voldoet aan bovenstaande vereiste, maar je dit weigert, dan vervalt je recht op vervangend werk én je recht op doorbetaling van je loon.
Als je in fase 3 na afloop van een uitzendovereenkomst 26 weken (6 maanden) niet werkt en er dus in deze tijd geen nieuwe uitzendovereenkomst aangegaan is met een werkgever, dan begint de opbouw van fase 1/2 weer opnieuw.
In het vijfde jaar dat je werkzaam bent voor de arbeidsbemiddelaar of na 6 uitzendovereenkomsten in fase 3, begint fase 4. Hierin moet je een contract voor onbepaald tijd aangeboden krijgen. Deze overeenkomst geeft jou dezelfde rechten als een ‘reguliere’ arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Net als in fase 3 kan er geen uitzendbeding meer van toepassing zijn. Wanneer de opdracht van de opdrachtgever eindigt terwijl jouw contract nog loopt, moet de arbeidsbemiddelaar – net als in fase 3 – passend vervangend werk voor je vinden of 100% van je loon doorbetalen.
Jouw arbeidsverleden is enorm van belang mocht je onverhoopt werkloos worden. Het is namelijk direct van invloed op hoe lang jij recht hebt op WW-uitkering. Elf jaar arbeidsverleden staat ongeveer gelijk aan 11 maanden WW. Als flexwerker heeft het arbeidsverleden ook een andere bijkomstigheid. Als je overstapt naar een ander arbeidsbemiddelingsbureau (binnen en buiten het concern) dan telt je arbeidsverleden mee. Hierdoor blijft je loon en het uitzicht op een periodieke verhoging gelijk. Zit je dus bij het ene bureau in het tweede jaar van fase 3, dan begin je bij een ander uitzendbureau ook in het tweede jaar van fase 3. Houd wel rekening met de onderbrekingsperiode bij overstap en houd je arbeidsverleden bij het arbeidsbemiddelingsbureau goed bij. Dit heet opvolgend werkgeverschap en er gelden natuurlijk weer een aantal uitzonderingen op de regel. Bekijk artikel 12 van de NBBU voor deze uitzonderingen.
Je hebt een uitzendovereenkomst van 6 maanden (26 weken) gehad bij arbeidsbemiddelaar A. Binnen 6 maanden solliciteer je voor een functie bij arbeidsbemiddelaar B en wordt aangenomen voor een soortelijke functie. In de nieuwe uitzendovereenkomst begin je in Fase 1/2 in week 27.
Ook bouwen flexwerkers, net als vaste medewerkers, vakantie-uren op. Hoe werkt een uitzendovereenkomst voor de opbouw van je vakantie-uren? In de cao voor flexwerkers is opgenomen dat een uitzendkracht 16⅔ uur doorbetaalde vakantie opbouwt bij elke volledig gewerkte maand. Of een evenredig deel hiervan als je niet een volledige werkmaand hebt gewerkt. Deze vakantie wordt opgenomen in de vorm van vakantiedagen. Simpeler gezegd, als flexwerker heb jij recht op 25 vakantiedagen bij een fulltime contract. De arbeidsbemiddelaar is verplicht om je in staat te stellen deze vakantie-uren op te nemen. Bij beëindiging van de uitzendovereenkomst mogen eventueel opgebouwde, maar niet opgenomen vakantie-uren worden uitbetaald.
Bouw je als flexwerker ook vakantiegeld op? Jazeker! Je hebt zeker recht op vakantiegeld. Het gaan om 8,33% van het feitelijk loon over gewerkte dagen, vakantiedagen en feestdagen. Bij de meeste reguliere arbeidsovereenkomsten is 8% vakantiegeld opgenomen. Als flexwerker bouw je dus wat meer vakantiegeld op. Op je loonstrook moet duidelijk het bedrag aan vakantiegeld terug te vinden zijn.
Tenslotte zijn er nogal wat verwarrende termen waar je als flexwerker mee te maken kan krijgen:
✔️Inlener = Werkgever = Opdrachtgever
✔️Arbeidsbemiddelingsbureau = Uitzendbureau = Flexonderneming
✔️Flexwerker = uitzendkracht
✔️Fase 1/2 = Fase A
✔️Fase 3 = Fase B
✔️Fase 4 = Fase C
Blijf op de hoogte van alle ins & outs over jouw rechten op de arbeidsmarkt via onze Instagram of Linked In. Volgende maand E02 Loonbelasting Explained.